WERKWIJZE

1. UITVOERING

Het begin van een beeld is een blok klei op een ronddraaiende boetseerschijf, waarbij de klei alsmaar gedraaid en omgekeerd wordt. Voor het basismodel gebruik ik over het algemeen grove donkerbruine Chamotte-klei.

KERAMIEK

Het model wordt gebakken op ongeveer 1000 graden.
Bij het hoofdstuk ‘beelden keramiek’ staan hiervan voorbeelden. Het uitgangspunt zijn (delen van) het menselijk lichaam, meer of minder geabstraheerd en herkenbaar. Hierbij worden vaak stalen onderdelen gebruikt, afkomstig van de straat of de sloop, om de vorm of beweging te accentueren en te versterken.

Deze keramieken zijn uniek.
Overigens kunnen deze beelden, indien gewenst, altijd gemald worden en dan in een vloeibaar materiaal, zoals bv beton, hars, granito of brons gegoten worden.

NEOLITH

Vanaf 2010 is het werk non-figuratief zonder, en heel soms met, een thema.
Het werk is strakker en leent zich voor een andere uitvoering, zoals bv vloeibare giethars, neolith.
De vorm kan ongebakken en nat aangeleverd worden bij de gieterij, waarna er een mal wordt gemaakt van een aantal lagen siliconenrubber in twee of meerdere delen, afhankelijk van de vorm.
Hierna vindt gieting plaats in neolith, kunsthars op basis van polyester.
Dit kan in alle mogelijke kleuren en in verschillende uitvoeringen, nl.

  • door en door gekleurd met pigment en na droging extra gepatineerd met acryllak.

  • transparant zonder pigment. Het beeld wordt doorzichtig en glashelder.

  • transparant met kleurpigment. Het beeld wordt doorzichtig en gekleurd.

Hierbij wordt de massa donkerder en worden minder massieve delen lichter van kleur. Het verloop in kleur binnen een vorm kan een bijzonder effect geven.

  • door en door gekleurd met toevoeging van granulaat. Hierdoor ontstaat het idee van steen.

  • bronslook

De basis is donkergekleurd met een later aan te brengen groene patina. Dit kan goed toegepast worden op vormen, waarbij de huid juist structuur moet houden.

2. AFWERKING

Dit kan op verschillende manieren, nl.

  • de oppervlakte niet afwerken bij door en door gekleurde neolith. De huid ziet eruit zoals het originele kleimodel.

  • de oppervlakte niet afwerken bij transparante neolith. De huid wordt anders doordat de transparante neolith hier en daar meer of minder krimpt.

  • de oppervlakte (deels) schuren en polijsten. Het uiterlijk wordt glad en mat.

  • de oppervlakte (deels) schuren en polijsten en daarna vernissen. Het uiterlijk wordt glad en glimmend.

  • de oppervlakte grof of fijn stralen met zand, glasparels of grit op verschillende snelheden. Het uiterlijk wordt meer of minder grof.

BRONS

De mallen zijn dik genoeg voor gebruik bij de bronsgieter.
De uitvoeringen in brons zijn talrijk (en meer kostbaar!).

 

3. AFMETINGEN

Over het algemeen passen de beelden op glasplaten en sokkels van 25×25 cm.